Post by cjm on Apr 1, 2016 17:09:55 GMT
Wat te doen tegen de leegloop van het platteland?
Terwijl plattelandsgemeenten steeds meer met vergrijzing en bevolkingskrimp te maken krijgen, gaat het goed met de steden. Zo goed zelfs, dat sommigen al spreken van 'de triomf van de stad'. Velen zijn echter vergeten dat 30 jaar geleden vergrijzing en krimp niet met het platteland, maar juist met de steden werd geassocieerd. Amsterdam bijvoorbeeld, verloor tussen 1965 en 1985 maar liefst 25 procent van zijn bevolking! Een desastreus ruimtelijk beleid was de grote boosdoener: oude wijken werden gesloopt, het autoverkeer kreeg ruim baan en moderne wijken zoals de Bijlmer sloten niet aan bij de wensen van de gemiddelde bewoner. Stadsbewoners vertrokken hierdoor massaal naar buurgemeenten en platteland.
Door de decennialange toestroom van jonge gezinnen, zijn veel landelijke gemeenten zich gaan richten op kwantitatieve woningbouw
Wanneer je het toenmalig ruimtelijk beleid van steden vergelijkt met dat van de landelijke gemeenten nu, zie je interessante parallellen. Ook nu is een verkeerd beleid er de oorzaak van dat plattelandsdorpen steeds onaantrekkelijker worden. Door de decennialange toestroom van jonge gezinnen, zijn veel landelijke gemeenten zich gaan richten op kwantitatieve woningbouw. Dorpen zijn jarenlang uitgebreid met fantasieloze nieuwbouwwijkjes volgepropt met standaard rijtjeshuizen en twee-onder-één-kappers. Straten zijn functioneel ingericht met volop parkeergelegenheid, maar zonder oog voor ruimtelijke kwaliteit.
Door forse bezuinigingen op beheer en onderhoud, ligt de openbare ruimte er nu vaak uitgewoond bij. Vanwege teruglopende leerlingaantallen zijn veel dorpsschooltjes opgeheven. Bibliotheken zijn gesloten en supermarkten uit de dorpscentra verdwenen. Jarenlange schaalvergroting in landbouw en veeteelt heeft er voor gezorgd dat veel dorpen tegenwoordig omringd zijn door kale, steriele velden waar weinig te beleven valt.
Symptoombestrijding
Men leeft in de veronderstelling dat leegloop alleen voorkomen kan worden door het creëren van meer banen, maar dit geldt niet voor de meer centraal gelegen plattelandsgemeenten
Plattelandsgemeenten richten zich momenteel te veel op symptoombestrijding en te weinig op het wegnemen van de oorzaken van bevolkingskrimp. Het samenvoegen van dorpsschooltjes tot één 'brede' school in de hoofdkern, is geen oplossing, maar maakt dorpen juist minder aantrekkelijk voor jonge gezinnen.
Ook leeft men in de veronderstelling dat leegloop alleen voorkomen kan worden door het creëren van meer banen. Voor gemeenten in Oost-Groningen en Zuid-Limburg is het gebrek aan voldoende werk zeker de oorzaak van bevolkingskrimp, maar dit geldt niet voor de meer centraal gelegen plattelandsgemeenten. Deze zouden zich beter kunnen richten op het aanpassen van hun ruimtelijk beleid, anders bestaat de kans dat hun dorpen de probleemwijken van de toekomst worden.
Heruitvinden
Noodgedwongen hebben steden, vanwege hun probleemwijken, zichzelf de afgelopen 40 jaar opnieuw uit moeten vinden. Oude wijken en binnensteden werden niet langer 'gesaneerd', maar in oude luister hersteld. De openbare ruimte werd aantrekkelijker ingericht, waarbij de dominantie van de auto werd teruggedrongen ten gunste van voetgangers en fietsers. Ook begon men vervallen haven- en industriegebieden aan de randen van de stadscentra te transformeren tot hippe woonwijken, waardoor er voor hogeropgeleiden steeds meer mogelijkheden kwamen om, zelfs met de komst van kinderen, in de stad te blijven wonen.
Ook al doen steden het momenteel erg goed, toch dromen veel mensen nog steeds van een rustiger leven op het platteland. Om deze mensen te verwelkomen, is het nu de beurt aan de landelijke gemeenten om zichzelf opnieuw uit te vinden. Door te breken met het oude ruimtelijke beleid en zich te richten op het aantrekkelijker maken van dorpen en buitengebied, kan de leegloop van het platteland wel degelijk worden tegengegaan, kijk maar naar het succes van de steden.
Michiel van der Lugt is stedenbouwkundige.
Terwijl plattelandsgemeenten steeds meer met vergrijzing en bevolkingskrimp te maken krijgen, gaat het goed met de steden. Zo goed zelfs, dat sommigen al spreken van 'de triomf van de stad'. Velen zijn echter vergeten dat 30 jaar geleden vergrijzing en krimp niet met het platteland, maar juist met de steden werd geassocieerd. Amsterdam bijvoorbeeld, verloor tussen 1965 en 1985 maar liefst 25 procent van zijn bevolking! Een desastreus ruimtelijk beleid was de grote boosdoener: oude wijken werden gesloopt, het autoverkeer kreeg ruim baan en moderne wijken zoals de Bijlmer sloten niet aan bij de wensen van de gemiddelde bewoner. Stadsbewoners vertrokken hierdoor massaal naar buurgemeenten en platteland.
Door de decennialange toestroom van jonge gezinnen, zijn veel landelijke gemeenten zich gaan richten op kwantitatieve woningbouw
Wanneer je het toenmalig ruimtelijk beleid van steden vergelijkt met dat van de landelijke gemeenten nu, zie je interessante parallellen. Ook nu is een verkeerd beleid er de oorzaak van dat plattelandsdorpen steeds onaantrekkelijker worden. Door de decennialange toestroom van jonge gezinnen, zijn veel landelijke gemeenten zich gaan richten op kwantitatieve woningbouw. Dorpen zijn jarenlang uitgebreid met fantasieloze nieuwbouwwijkjes volgepropt met standaard rijtjeshuizen en twee-onder-één-kappers. Straten zijn functioneel ingericht met volop parkeergelegenheid, maar zonder oog voor ruimtelijke kwaliteit.
Door forse bezuinigingen op beheer en onderhoud, ligt de openbare ruimte er nu vaak uitgewoond bij. Vanwege teruglopende leerlingaantallen zijn veel dorpsschooltjes opgeheven. Bibliotheken zijn gesloten en supermarkten uit de dorpscentra verdwenen. Jarenlange schaalvergroting in landbouw en veeteelt heeft er voor gezorgd dat veel dorpen tegenwoordig omringd zijn door kale, steriele velden waar weinig te beleven valt.
Symptoombestrijding
Men leeft in de veronderstelling dat leegloop alleen voorkomen kan worden door het creëren van meer banen, maar dit geldt niet voor de meer centraal gelegen plattelandsgemeenten
Plattelandsgemeenten richten zich momenteel te veel op symptoombestrijding en te weinig op het wegnemen van de oorzaken van bevolkingskrimp. Het samenvoegen van dorpsschooltjes tot één 'brede' school in de hoofdkern, is geen oplossing, maar maakt dorpen juist minder aantrekkelijk voor jonge gezinnen.
Ook leeft men in de veronderstelling dat leegloop alleen voorkomen kan worden door het creëren van meer banen. Voor gemeenten in Oost-Groningen en Zuid-Limburg is het gebrek aan voldoende werk zeker de oorzaak van bevolkingskrimp, maar dit geldt niet voor de meer centraal gelegen plattelandsgemeenten. Deze zouden zich beter kunnen richten op het aanpassen van hun ruimtelijk beleid, anders bestaat de kans dat hun dorpen de probleemwijken van de toekomst worden.
Heruitvinden
Noodgedwongen hebben steden, vanwege hun probleemwijken, zichzelf de afgelopen 40 jaar opnieuw uit moeten vinden. Oude wijken en binnensteden werden niet langer 'gesaneerd', maar in oude luister hersteld. De openbare ruimte werd aantrekkelijker ingericht, waarbij de dominantie van de auto werd teruggedrongen ten gunste van voetgangers en fietsers. Ook begon men vervallen haven- en industriegebieden aan de randen van de stadscentra te transformeren tot hippe woonwijken, waardoor er voor hogeropgeleiden steeds meer mogelijkheden kwamen om, zelfs met de komst van kinderen, in de stad te blijven wonen.
Ook al doen steden het momenteel erg goed, toch dromen veel mensen nog steeds van een rustiger leven op het platteland. Om deze mensen te verwelkomen, is het nu de beurt aan de landelijke gemeenten om zichzelf opnieuw uit te vinden. Door te breken met het oude ruimtelijke beleid en zich te richten op het aantrekkelijker maken van dorpen en buitengebied, kan de leegloop van het platteland wel degelijk worden tegengegaan, kijk maar naar het succes van de steden.
Michiel van der Lugt is stedenbouwkundige.