Post by cjm on Dec 12, 2015 9:31:41 GMT
Afrikaans is geen blanke taal
opinie
In het artikel over de taalstrijd op de Universiteit Stellenbosch (+) van 1 december probeert de doorgaans goed geïnformeerde Afrika-correspondent Kees Broere er zich wel heel makkelijk van af te maken door een vrij simplistische 'zwart-wit' representatie te schetsen van het probleem. Zijn interpretatie is niet alleen in grote lijnen feitelijk onjuist, maar doet vooral ook onrecht aan een grote minderheidsgroep in Zuid-Afrika, de Kaapse 'kleurlingen' voor wie de Afrikaanse taal meer is dan een (nare) 'koloniale erfenis'.
Door: Anne Marieke van der Wal, docent international studies (Universiteit Leiden) en PhD student gespecialiseerd in de geschiedenis van slavernij in Zuid-Afrika (Universiteit Utrecht) 3 december 2015, 02:00
Broere vermeldt dat deze zogenaamde 'kleurling'-groep de afstammelingen zijn van kinderen uit 'gemengde en heimelijke relaties'. Dat is wel erg kort door de bocht. De Kaapse kleurlingen of 'Kaapse bruinmense' zijn de afstammelingen van tot slaaf gemaakten wiens voorouders voornamelijk uit de landen rond de Indische Oceaan kwamen, zoals Indonesië, Maleisië, India, Sri Lanka, Madagaskar en Mozambique. Zij worden om die reden ook wel 'Kaap Maleis' genoemd, een verwijzing naar hun (deels) etnische afkomst en naar het Portugees-Maleis dat als lingua franca in de wereld rond de Indische Oceaan werd gesproken in de 16de en 17de eeuw.
Deze handelstaal ontwikkelde zich aan de Kaap tot het Nederlands-Maleis, wat uiteindelijk het Afrikaans werd. Afrikaans is dus vooral een contacttaal, een 'kombuistaal' (keukentaal) zoals men dat in Zuid-Afrika noemt, een taal die werd gebruikt tussen Europese (Nederlandse) kolonisten en Indische/Afrikaanse tot slaaf gemaakten om met elkaar te kunnen communiceren. Tegenwoordig is bijna 60 procent van diegenen die Afrikaans als hun eerste (moeder-) taal beschouwen niet blank.
Het 'witte privilege' waar Broere over schrijft is zeker een realiteit in Zuid-Afrika
Tijdens de apartheid en de eerste jaren na de democratische omwenteling in 1994 was het Afrikaans 'besmet' met het trauma van apartheid en werd het veelal geweerd of vermeden. Maar het is nu bezig met een bescheiden comeback. Deze wordt vooral gedragen door juist de Kaapse kleurlingen, die willen benadrukken dat het Afrikaans geen blanke taal is, maar een echte 'rainbow-nation taal' met vele invloeden uit Europese, Afrikaanse en Aziatische taalgroepen.
Veel kleurling-artiesten uiten zich bewust in het Afrikaans. Zo bejubelde de hiphopopera 'AfriKaaps' uit 2010 het Afrikaans als taal van de slavengemeenschap en als taal van de oorspronkelijke Kaapse bewoners, de Khoikhoi. De opmerking van Broere dat de Kaapse kleurlingen zich geen zorgen maken over het voortbestaan van hun taal is daarom opmerkelijk.
Het 'witte privilege' waar Broere over schrijft is zeker een realiteit in Zuid-Afrika, ook in relatie tot toegang tot hoger onderwijs, maar de kleurlingbevolking die zowel onder de slavernij heeft geleden als tijdens de apartheid werd onderdrukt, zal zich zeker niet herkennen in het 'witte privilege' dat hier door Broere nogal gemakzuchtig aan de Afrikaanse taal wordt gekoppeld.